In deze tijd van 4 en 5 mei gedenken we wat de verschrikkingen van de oorlog hebben aangericht. Gedenken we de slachtoffers van het gruwelijke verleden. Steeds weer worden de herinneringen aan de onvrijheid en het geweld tegen de weerloze mens benoemd. We vieren de kwetsbare vrede en vrijheid met de wetenschap dat in deze wereld nog altijd dezelfde krachten ons van onze vrijheid beroven.
Onze aandacht zal moeten uitgaan naar vrijheid voor iedereen; zal er een appèl gedaan moeten worden op onze houding ten opzichte van geweld en onvrijheid. Dat betekent keuzes maken, zelfs in kleine voorvallen proberen vrede te stichten. Hier is een brede visie voor nodig. Niet belemmerd door persoonlijke omstandigheden en gewin.
Er gebeurt iets met me als ik de term 'Vechten voor Vrede' hoor of lees. Een machteloos en verdrietig gevoel overvalt me. Natuurlijk begrijp ik deze gezegde wel, maar alleen al de woorden vechten voor vrede maakt me in de war. Vechten is toch het laatste dat we zouden moeten doen om vrede te kunnen krijgen. De strijdbijl begraven lijkt mij een zinniger bezigheid dan doorgaan met vechten. Eerdere slogans gaven me meer moed: Vrede verbindt, vrede verplicht.
Duurzame vrede ontstaat vooral dankzij inzet en betrokkenheid van goedwillende mensen. Het is een bewustwording, en solidariteit met mensen die bedreigd worden in hun eerste recht op vrede, ontwikkeling, veiligheid , godsdienstvrijheid en mensenrechten.
Na elke viering in kerken wordt tegenwoordig een vredeswens uitgesproken en wenst men elkaar de Vrede van Christus. Wat doen we met die wens? Vechten voor vrede hoort daar niet bij. Er wordt een actieve rol van ons verwacht.

Ik heb een steen verlegd in een rivier op aarde.
Nu weet ik dat ik nooit zal zijn vergeten,
ik leverde 't bewijs van mijn bestaan
omdat, door het verleggen van die ene steen,
het water nooit dezelfde weg zal gaan.
Bram Vermeulen
Moge het zo zijn!