rustend op de wolken,
boog Hij zich voorover:
de eerste vogels vlogen uit Zijn hand.
En Hij vond vreugde in het kleurgetover;
de schoonste zond Hij naar het tropisch land.
En telkens weer ontvloog Zijn hand een ander,
de kleinste zanger en de adelaar;
en zij betrokken palm en oleander,
tot in het Nijldal vloog de ooievaar.
En wat Zijn dag moog zijn aan menseneeuwen
Hij heeft ons land zo tederlijk bedacht:
de grijze luchten vol van witte meeuwen
en dan in mei de zanger van de nacht.
Jac. van Hattum
Geen opmerkingen:
Een reactie posten