Op 15 augustus wordt volgens de liturgische kalender het feest van Maria Tenhemelopneming gevierd. Katholieken weten dat natuurlijk wel. Maar deze keer ben ik een beetje recalcitrant.
De staking der Madonna's, of de legende van Maria Aardevaart is een legende die geschreven is in de tijd van paus Johannes Paulus II.
De schrijfster is Waltraut Wagner.
Het is een lang verhaal, maar leuk, triest en uitdagend. Het geeft te denken.
Even moed hebben om het uit te lezen, als je tijd hebt uiteraard.
De staking der Madonna's.
Toen enige tijd geleden vanuit Rome een wet uitgevaardigd werd dat vrouwen geen altaardienst meer mochten doen, wilden de madonna's uit alle katholieke kerken die dat hoorden ook niet langer meer in de kerken blijven. Ieder van hen volgde een innerlijke stem, drukte haar Kind of dode Zoon vaster tegen zich aan en verliet de heilige plek waarop ze stond. Ze daalden met vaste tred van de 'Eer der Altaren' af, sprongen moedig uit de smalle lijsten van hun schilderijen en plafondschilderingen, stapten uit hun aureolen en stralenkransen of liepen uit de kleurrijke vensters.
Voor ze op weg gingen doofden ze de vele kaarsen die om hen heen stonden en dachten droevig aan de mensen die ze voor hen aangestoken hadden. En waar ze zich ook op de wereld maar bevonden, ze wilden allemaal naar Rome om te demonstreren en volgden hun innerlijke stem.
Zo kwam het dat alle madonna's onderweg waren. De strakke Romaanse met hun ascetische figuur heel lichtvoetig. De gotische met de overdreven knik in de heupen, met speelbeen en standbeen en hun geplooide gewaden hadden het al wat moeilijker. Maar de barokke, met alles wat ze mee te dragen hadden, moesten hun uiterste best doen om behoorlijk vooruit te komen. Niet minder natuurlijk de in hemelsblauw en wit geklede madonna's, die van boven tot onderen in zwaar gips gezet waren. Het ergste was het ongetwijfeld voor de Lieve Vrouwen uit de bedevaartplaatsen: zij torsten de lasten en geschenken van de mensen van wie de gebeden verhoord waren: horloges, kettingen, ringen, rozenkransen, kronen of armbanden tot hun schouders. Ze sleepten allemaal met zich mee wat ze hadden. De jonge madonna's met het speelse Jezuskind, vaak met de hele wereldbol in zijn handjes.
De treurende piëta's met de nog altijd bloedende, dode Heiland en de madonna's van de bedevaarten met de noden, angsten én dank van geteisterde mensen. Vanuit alle werelddelen gingen ze zo op weg. Zó waren in één nacht alle katholieke kerken madonnaloos geworden!
Zij sleepten zich over woestijnen en zeeën, dalen en bergen, door dorpen en steden, voorbij alle leed en vreugde van deze wereld en bereikten in stervorm de heilige stad en het St. Pietersplein. Het bericht van hun aankomst was hen daar al vooruitgesneld. De Zwitserse garde met hun hellebaarden wilde ze omleiden en zeker ook beschermen, maar engelen god's kwamen uit de hemel, verdreven hen met vlammende zwaarden en betrokken de wacht bij de Colonnades.
Het baarde de Heilige Vader geen grote zorgen, hoewel de telefoon niet stilstond en er uit de hele wereld gemeld werd dat alle vrouwen in kerkelijke betrekkingen eveneens het werk neergelegd hadden en daarmee het werk in de parochies hadden lamgelegd.
Hij was niet bang, want hij kende zichzelf als de bereisde Paus Roel met veel ervaring en een grote uitstraling, die in alle talen kon spreken en weliswaar niet zo erg van vrouwen hield, maar zich innerlijk des te meer één voelde met de verhoogde Lieve Vrouwe.
De madonna's echter deden hun kronen af, hun versierselen, hun scepters en stonden zó voor hem, een miljoenenleger van vrouwen zó uit het volk. Van alle standen en rassen. Met hun kinderen op de arm, hun dode zoons op schoot en de nood en angst van de mensen op hun schouders. Vrouwen die allen ook hun menselijke geschiedenis in deze kerk hadden. De Heilige Vader ontdekte veel bekenden. Dus vroeg hij in alle talen 'urbi et orbi' wat hun dwarszat, waarom nou juist zij hier kwamen demonstreren. Maar ze gaven hem geen antwoord. Want ze wisten maar al te goed dat een vrouw in de kerk moest zwijgen. Slechts de zogenaamde 'wenende madonna's' huilden en snikten voor het eerst in hun leven zonder kunstmatige hulp. En toen de Heilige Vader Pools sprak en er heel zeker van was dat de Zwarte Madonna hem begrijpen zou en antwoord geven, keek ze hem alleen maar ernstig en zwijgend aan, zoals ze dat trouwens altijd doet. En de cherubijnen en serafijnen ontrolden spandoeken (niet in Mariaanse of kerkelijke kleuren) waarop geschreven stond: wij zijn nooit 'Arken des Verbonds' geweest, ook geen 'Morgensterren', geen 'Ivoren Torens' en 'Gouden Huizen'. Wij zijn vrouwen uit het volk, de wieg van Christus en deze kerk, vroeger en nu.
Het werd stiller en stiller en de moeders trokken hun kinderen nog dichter tegen zich aan, terwijl de Heilige Vader krampachtig zijn vingers om zijn ijzeren bisschopsstaf samentrok als om een onverbiddelijke wet. Inderdaad stemde het hem tot nadenken: beneden het zo veelzeggende zwijgen van de anders zo spraakzame vrouwen, met het leven en de nood van de ganse wereld op hun schouders, en ver daarboven hij, erg eenzaam, met de wetten van deze kerk in zijn handen. In deze pijnlijke stilte had de Hemelse Vader erbarmen met allebei: met de dochters die niet spreken konden en met de aardse Vader, want hij had hem ook lief.
Daarom stuurde hij een grote wolk om de madonna's - voor hen overigens niks nieuws - weer een keer in de hemel op te nemen. De barokke maagden begrepen het meteen. Zij gingen op hun tenen staan, hieven hun rechterarm naar boven en ook hun ogen en alle anderen deden hen dat na. In een oogwenk was er op het hele St. Pietersplein geen engel of madonna meer te zien en je hoorde alleen nog maar het rammelen van de juwelen, kronen en scepters die door de daarvoor benoemde kardinalen in manden werden verzameld.
In de katholieke kerken over de hele wereld werd het koud en donker. Er branden geen kaarsen meer, de bloemen verdorden, de marmeren vloeren bleven vuil en een ijzige wind blies door de kapotte madonnavensters. Er functioneerde geen parochie meer.
Ondertussen verheugde de lieve God in de hemel zich over de duizendvoudige aankomst van Onze Lieve Vrouwen, met wiehij het meteen goed kon vinden. De madonna's verbraken het stilzwijgen voor vrolijke kout en de hemelse Vader vroeg hun: Waarom konden jullie met de aardse vader nou niet overweg? Ze zeiden: Kijk es naar beneden. Daar zit-ie dan, de Heilige Vader. Hij zit te midden van al die in purper geklede mannen, oude mannen, niets dan mannen, mannen, en beraadt zich. - Wat is dat toch met die uittocht van de madonna's, onze maagden, vraagt hij -. Ziet u Heer, hij heeft er niets van begrepen.
De Hemelse Vader begreep het echter wel en hij glimlachte. Hij richtte een groot feestmaal aan en hield vol humor de aardigste, meest vrouwvriendelijke tafelrede die er ooit gehouden was. Hij besloot met een oproep aan allen: Gaat terug naar jullie altaren, in jullie nissen en aureolen, in jullie fresco's en kerkvensters. Jullie hebben een grote opdracht: Verkondigt mij op jullie manier, want jullie zijn de vrouwelijke kant van mijn wezen. En voor de bescheidengipsen en stille zielen onder hen voegde hij er aan toe: Jullie zijn een stuk van mij.
Een wolk bracht hen weer op aarde terug, op hun plaatsen waar ze met groot gejuich ontvangen werden, waar de kleine meisjes bij het altaar stonden, waar de bloemen weer begonnen te bloeien, de kaarsen oplichtten en de organisten in toetsen en registers grepen alsof er een grote bruiloft te vieren viel.
De mensen hadden werkelijk begrepen wat zich hier afspeelde en voor de eerste keer vierde men met veel blijdschap het Feest van Maria Aardevaart.